Samen werken aan initiatieven in Zuidwest Drenthe

Pionieren met regeneratieve landbouw

Pionieren met regeneratieve landbouw

Een project van de Gebiedscoöperatie Zuidwest Drenthe bekijkt de toepasbaarheid en het effect van de regeneratieve landbouw. Vijf Drentse en Overijsselse boeren op de Drents-Overijsselse zand- en dalgronden hebben zich aangesloten bij dit project met de naam ‘Pionieren met regeneratieve landbouw’. Het project biedt ook een mooie kans voor andere boeren om te kijken naar het hoe en waarom van regeneratief. Wij bekijken bij één van hen op drie momenten tijdens het groeiseizoen een perceel maïs: 14 april, half juni en eind september. Dit perceel wordt deels regeneratief beteeld en deels op de ‘gangbare’ manier.

Regeneratieve landbouw stelt het bodemleven centraal

Regeneratief boeren: ook voor gangbaar?
Wat is nou eigenlijk regeneratief boeren? Wat zijn de voordelen, hoe werkt het, waarom zou ik dat doen en past dat bij mijn gangbare bedrijf? Er komen veel vragen op bij alleen al de term ‘regeneratieve landbouw’. Het antwoord gaat veelal over de bodem, maar raakt ook de sociale en economische kanten van een duurzaam voedselsysteem.

Tijdens een demonstratie in Koekange van niet-kerend onderwerken van groenbemester en directe inzaai van maïs, vertelden Ajaan Hijmans (initiator) en Bert Muller (projectleider) over de werking van het regeneratieve systeem en daadwerkelijke maatregelen en toepassingen die je als boer hiervoor kunt doen. Deelnemers aan Duurzame Melkveehouderij Drenthe waren daarbij.

Velddemo gemengde groenbemester
Op het veld net buiten Koekange staat nu nog groenbemester maar komt het komend seizoen maïs te staan. Hier valt meteen de variëteit in de groenbemester op. Er groeit niet één soort, maar een mengsel bestaande uit verschillende grasachtigen, kruisbloemigen en vlinderbloemigen. Belangrijk daarbij is dat de groenbemester lang genoeg groen blijft. Ajaan Hijmans: ‘Juist het feit dat dit gewas tijdens de winter leeft, geeft de meerwaarde voor de bodem. Het bodemleven blijft hierdoor gevoed en het gewas houdt de mineralen vast tot na de winter. Door ze op het juiste moment onder te werken, komen de mineralen op het goede moment vrij voor de plantengroei.

Doel van regeneratief
Ajaan Hijmans legt uit hoe regeneratief boeren werkt: ‘Regeneratieve landbouw voedt de bodem, de bodem voedt daarna de plant.’ Hij legt uit dat deze methode kijkt naar het héle systeem, en is gericht op het verbeteren van de microbiologie in de bodem. ‘Is dat proces goed aan de gang, dan geeft de bodem meer terug dan je aan meststoffen opbrengt. Door het bodemleven goed te voeden zorg je voor een gezonde bodem en voor een wisselwerking tussen bodem en plant. Daardoor kan het bodemleven op zijn beurt de planten voeden.’ Dit werkt verder door, legt hij uit. ‘Een gezonde bodem geeft ook gezonde planten. Gezonde planten hebben een betere afweer tegen ziekten en plagen én geven gezonde mensen en dieren.’

Wat doet het bodemleven dan?
Eén gram gezonde grond kan wel tien miljard bacteriën, schimmels en protozoën bevatten. Dit bodemleven verteert organisch materiaal van plantenresten, mest en compost. Het breekt deze resten af tot opneembare mineralen en andere voedingsstoffen. Het bodemleven zorgt vervolgens voor transport en afgifte van deze voedingsstoffen bij de wortels van de plant.

Wisselwerking met plant
Hoe? De wortels lokken het bodemleven met voor die plant specifieke uitscheiding: voeding voor het bodemleven dat op hun beurt weer voedingsstoffen afgeeft aan de wortels: een wisselwerking dus.

Samenhang bodemdeeltjes
Het bodemleven zorgt er ook voor dat de grond een enigszins samenhangend geheel wordt: de structuur verbetert. Bepaalde schimmels scheiden een kleverige stof af die ervoor zorgt dat bodemdeeltjes aan elkaar plakken en minder snel verstuiven. Ook creëert deze verkleving poriën in de bodem (aggregaten). Dit geeft ruimte voor zuurstof én water.

Sponswerking en minder uitspoeling
Zo regelt het bodemleven de sponswerking. Bij hevige regenval neemt het water op en bij droogte kan de plant langer putten uit opgeslagen bodemvocht. De door het bodemleven in humus omgezette organische stof speelt hierbij een belangrijke rol. Daarbij komt dat door de poriën de wortels dieper kunnen reiken en de gezonde bodemstructuur ervoor zorgt dat mineralen minder snel zullen uitspoelen. 

Bodembiodiversiteit = stabiliteit = weerbaarheid
Bodemleven voedt zich zoals gezegd met de stoffen die de planten via hun wortels uitscheiden. Verschillende soorten bodemleven hebben baat bij de wortels van verschillende soorten planten. Daarom is vruchtwisseling en een gevarieerd mengsel groenbemester zo belangrijk. Zo houd je de variatie binnen het bodemleven groot. Grote diversiteit geeft stabiliteit en weerbaarheid tegen bodemziekten.

Maar hoe pak je dat in de praktijk aan?
In dit systeem zal de boer bijvoorbeeld eerst de groenbemester bemesten en dit gewas na opname van deze mest licht onderwerken. De opgenomen meststoffen komen langzaam uit de verterende planten vrij. De maïs (in dit geval) wordt direct ingezaaid in de licht ondergewerkte groenbemester. En zo zijn er uiteraard nog meer specifieke methoden te benoemen die goed doen voor het bodemleven en het regeneratieve systeem bevorderen. Hierover later meer en zie ook het kader in de rechterkolom. Want er is méér dan één methode.

Hoe kom je van het ene landbouwsysteem in het andere?
Verduurzamen van je bedrijfssysteem is maatwerk, vertelt Hijmans. Wat past bij jou? Bij je bedrijf? Bij je machinepark? Bij je stal? Een goede bodem opbouwen duurt enige tijd maar heb je voor de lange termijn. Hij benadrukt dat het goed is je te realiseren dat je bij het overschakelen van het ene op het andere systeem, meestal eerst door een dip heengaat qua productie. ‘Zie het als investering in je bodem. In het begin zul je merken dat de planten weinig groei laten zien als ze geen kunstmest krijgen. Jaarlijks afbouwen van de kunstmestgift in plaats van direct naar 0 is aan te bevelen. Na enige tijd heb je een gezondere bodem en zul je al zien dat de bodem de plant voedt.’ Zo haalt Hijmans voorbeelden aan waarbij een mengteelt van tarwe met veldbonen een positief effect heeft op het % eiwit in de geteelde tarwe. Dat kan, zo zegt hij, net het verschil zijn tussen wel of geen baktarwe-kwaliteit.

De andere aanpak: wat kun je doen?
Een simpele opsomming van maatregelen doet geen recht aan het hele integrale systeem, aldus Bert Muller, maar geeft wel een beeld waarin boeren die regeneratief willen werken kunnen denken. ‘Denk bijvoorbeeld aan directzaai, niet kerende grondbewerking, gevarieerde en winterharde groenbemestermengsels en het stoppen met gebruik van fungiciden, die tasten namelijk óók de goede bodemschimmels aan. Verder hebben meststoffen met sporenelementen en fermenten en compostthee een positieve werking op het bodemleven en daarmee op de werking van het hele systeem dat met de bodem begint.’

Regeneratieve teeltmethoden:

  • Directe inzaai
  • Minimalegrondbewerking
  • Zo lang mogelijke levende wortels en bodem bedekt houden.
  • Groenbemesters (mengsels) indien mogelijk.
  • Laat in de winter/vroeg in het voorjaar frezen van de groenbemester waarbij je alleen de wortel laat zitten
  • Toevoegen van microben als melkzuurbacteriën en koolstof aan drijfmest
  • Ferment met gunstige bacteriën en schimmels in de bodem brengen als extra boost voor het bodemleven.
  • Compostthee maken en uitrijden over de bodem.
  • Vaste mest /compost en plantenresten werken positief op het bodemlevenEtc.

Herkennen van resultaten:

  • Koolstof bindt sterk voedingsstoffen, verhogen van het % koolstof in de bodem zorgt voor minder uitspoeling. Verbetering hiervan wordt duidelijk via een zogeheten bodemchroma.
  • Een bodemchroma brengt de kwaliteit van de organische stof in beeld. Hierin zie je de stand van zaken terug t.a.v. algemene bodemgesteldheid, waterhuishouding en chemie van de bodem, bodemleven (micro-organismen en grotere beestjes zoals b.v. wormen), doorluchting en humustoestand van de bodem.
  • Met een simpele brixmeter meet je het suikergehalte in het plantsap. Dit is een indicatie voor de intensiteit van de fotosynthese (suikervorming) en daarmee voor de plantgezondheid en de weerbaarheid van de plant tegen ziekten en plagen. De ideale waarde is afhankelijk van groeistadium en zou zo snel mogelijk in het groeiseizoen boven de 10 moeten liggen. Bij een gezonde bodemtoestand is deze waarde doorgaans hoger dan bij slechte en matige bodems.

Meer informatie of meedoen?
Wilt u meer informatie over het project Pionieren met Regeneratieve Landbouw en/of de regeneratieve aanpak? Neem dan contact op met Bert Muller (06) 111 84 848 of Jan van Goor (06) 277 45 955. Mocht u willen aansluiten bij dit project, overleg dan met Bert Muller hoe u uw voucher van Duurzame Melkveehouderij Drenthe kunt inzetten

Deel dit bericht:

Heb jij een idee?

Heb je zelf ideeën of wil je een keer van gedachten wisselen? Neem dan contact met ons op!

Blijf op de hoogte!

Meer nieuws